"Wees zelf de verandering“
- poustiniaonline
- 21 nov
- 3 minuten om te lezen

”Wees zelf de verandering die je voor deze wereld wenst“
(Ghandi)
Gandhi's uitspraak ”Wees zelf de verandering die je voor deze wereld wenst" is een soort wereldwijd ethos geworden.
Deze uitspraak krijgt pas kracht als ze wordt gekoppeld aan concrete verhalen. Verandering is geen louter idee, maar wordt werkelijkheid in de beslissingen van mensen – vaak juist in het licht van leed en geweld.
De film Het hart van Jenin documenteert de beslissing van een Palestijnse vader om na de dood van zijn twaalfjarige zoon door een Israëlische sluipschutter zijn organen te doneren – ook aan Israëlische kinderen. Hij zei: “Ik heb mijn zoon verloren door geweld. Als ik de pijn van een andere vader kan verzachten, verzacht dat ook een deel van mijn eigen pijn.”
Deze daad doorbreekt de cirkel van vergelding die in een decennialang conflict bijna vanzelfsprekend is geworden. De vader voegde eraan toe: “Misschien kunnen we de cirkel van haat doorbreken als we het menselijke in de ander zien.” Daarmee belichaamt zijn beslissing het principe van Gandhi dat verandering niet van buitenaf wordt opgeroepen, maar van binnenuit wordt gevormd.
In de Bergrede formuleert Jezus deze eis op radicale wijze: “Heb uw vijanden lief en bid voor degenen die u vervolgen!” (Mt 5,44). Hier wordt duidelijk: liefde houdt niet op bij degenen die mij na staan, maar omvat juist ook de tegenstander.
Zo wordt de daad van de vader in Jenin een existentiële keuze voor de liefde – voor een leven dat verdergaat, voorbij de haat. Ze laat zien dat liefde niet alleen een sentimenteel gevoel is, maar een ‘kracht’ die de werkelijkheid verandert.
Sentimentaliteit blijft vaak aan de oppervlakte: een gevoel dat komt en gaat, afhankelijk van stemmingen en omstandigheden. De liefde die hier zichtbaar wordt, is daarentegen radicaal, geaard en tegelijkertijd transcendent. Iets dat inherent is aan ons wezen. Veel denkers – van mystici tot moderne psychologen – zien de mens in wezen als gericht op relaties, medeleven en verbondenheid. Liefde is in die zin niet iets dat we ‘doen’, maar iets dat gebeurt wanneer we de ander echt ontmoeten, voorbij beschermingsmechanismen en vooroordelen – een ontmoeting ‘voorbij goed en kwaad’ (Rumi).
Deze liefde opent een nieuwe realiteit. Ze is niet zacht of zwak, maar vol moed. Ze vereist de bereidheid om de pijn onder ogen te zien, het hart niet te sluiten, niet af te stompen. Deze moed maakt liefde zo krachtig: ze neemt het lijden op, transformeert het en geeft het verder als leven.
Misschien zou je kunnen zeggen: liefde is een existentiële ‘energie’ die naar voren komt wanneer we door de scheiding heen kijken en de fundamentele verbondenheid van alle mensen erkennen. Het is niet alleen een gevoel, maar ook een houding – een beslissing die voortkomt uit een diepere bron dan angst of wraak. In deze liefde is het mogelijk om het onvervalste menselijke te zien en ons gemeenschappelijke mens-zijn te erkennen.
In deze visie wordt de kracht van liefde zichtbaar: ze doorbreekt categorieën, rollen, toeschrijvingen – en ziet het onvervalste menselijke. De vader zag niet langer alleen ‘de vijand’ of ‘de aanhanger van een andere religie’, maar het kind – gewoon als een kind dat wil leven. En voor deze mogelijkheid heeft de vader gekozen! Liefde ontmaskert alle categorieën als illusie, als dwaling, en brengt ons terug naar wat we zijn voorbij alle oordelen – namelijk kwetsbare, levende wezens die willen leven en anderzijds in staat zijn tot onvoorwaardelijke liefde en radicale acceptatie. Vaardigheden die eigen zijn aan ons wezen!
Hoe is het mogelijk om zo'n beslissing te nemen?
Een spirituele of contemplatieve oefening kan zo'n beslissing mogelijk maken. In de stilte, door waakzaamheid en bewustzijn, door het geduldig loslaten van vastgeroeste patronen, wordt het ik ‘gerelativeerd’, het verliest zijn absolute positie. Zo kan er een innerlijke ruimte ontstaan waarin haat niet het laatste woord heeft. Haat leeft van bekrompenheid, van identificatie met gekwetste rollen (“ik als slachtoffer”, “de ander als vijand”). Liefde – in de diepte herkend – leeft van ruimhartigheid: zij ziet meer dan het ego kan en wil zien. In deze ruimhartigheid ligt ook de creatieve kracht om nieuwe wegen in te slaan die voorbij de logica van geweld en tegengeweld liggen.
Zo bekeken is de beslissing van de vader een uitdrukking van innerlijke vrijheid, die niet zomaar ‘gemaakt’ kan worden, maar rijpt in een proces: het loslaten van oude verhalen, het openstellen voor een grotere werkelijkheid, het vertrouwen dat liefde en leven sterker zijn dan haat en dood.
Daarom kan de uitspraak van Gandhi in dit licht nog eens worden aangescherpt:
De verandering van de wereld begint daar waar we zelf leven wat we voor haar verlangen.
Of kort gezegd: verander jezelf – en je verandert de wereld.




Opmerkingen